De UvA onderschrijft de algemene beginselen van professioneel wetenschappelijk handelen. Iedereen die betrokken is bij onderzoek en onderwijs draagt zorg voor de instandhouding van de wetenschappelijke integriteit.
Medewerkers van de UvA zijn vrij in hun onderwijs en onderzoek, in hun keuze van onderwerpen en methoden van onderzoek, in hoe zij zich informeren, naar buiten treden en publiceren. Tegelijk hebben zij de plicht om gemaakte keuzes te verantwoorden en de wetenschap op integere wijze, dat wil zeggen betrouwbaar, eerlijk, zorgvuldig en verantwoordelijk, te beoefenen.
De universiteit helpt haar medewerkers om omstreden onderzoekspraktijken tegen te gaan. Dit doet de UvA door een cultuur te bevorderen waarin onderzoekers met elkaar samenwerken, problemen en oplossingen bespreken en eventuele fouten toegeven.
Het kan voorkomen dat er een vermoeden is van schending van wetenschappelijke integriteit. Studenten, medewerkers en andere belanghebbenden kunnen met vragen en zorgen over de wetenschappelijke integriteit terecht bij gemakkelijk toegankelijke vertrouwenspersonen. Die fungeren als eerste aanspreekpunt.
Klachten over het schenden van de integriteit worden behandeld door de Commissie wetenschappelijke integriteit. Dit gebeurt op basis van de Klachtenregeling wetenschappelijke integriteit. Op facultair niveau en op het niveau van onderzoeksinstituten zijn er meer specifieke richtlijnen ten aanzien van de wetenschappelijke integriteit.
De Klachtenregeling wetenschappelijke integriteit omschrijft wat wordt verstaan onder het schenden van de wetenschappelijke integriteit en beschrijft de UvA-procedure voor het indienen van een klacht.
Het indienen van een klacht mag voor de klager niet nadelig zijn, tenzij de klager niet te goeder trouw heeft gehandeld. Dit geldt ook voor getuigen, deskundigen, vertrouwenspersonen en commissieleden.
Links naar aanvullende of meer specifieke richtlijnen bij faculteiten en onderzoeksinstituten.
Psychology Research Institute (PSYRES)
Per campus beschikt de UvA over een vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit. De verschillende onderzoeksdomeinen zijn daarmee vertegenwoordigd.
De vertrouwenspersonen hebben expertise op hun eigen domein, maar werken UvA-breed. Medewerkers, studenten en andere belanghebbenden bepalen zelf welke vertrouwenspersoon zij benaderen.
De vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit:
Universiteitskwartier
Faculteit der Geesteswetenschappen
Capaciteitsgroep Kunstgeschiedenis
Roeterseilandcampus
Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen
Programmagroep: Brain & Cognition
Science Park
Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
ITF
ACTA
De Commissie wetenschappelijke integriteit onderzoekt klachten over mogelijke schending van de wetenschappelijke integriteit. De Commissie brengt vervolgens advies uit aan het College van Bestuur. De geanonimiseerde adviezen zijn voor iedereen inzichtelijk in de jaarverslagen van de Commissie.
wi-jz@uva.nl
020 525 2736
De Commissie legt jaarlijks verantwoording af over de uitgebrachte adviezen.
Het adviesrapport ‘Integriteitsbeleid en onderzoekscultuur’ (sep. 2017) bevat adviezen over UvA-beleid ter waarborging van de wetenschappelijke integriteit.
Het adviesrapport in zijn geheel is beschikbaar voor medewerkers van de UvA. Log in op de medewerkerssite om het adviesrapport te downloaden.
De UvA onderschrijft de principes uit de Nederlandse Gedragscode wetenschappelijke integriteit (VSNU 2018). De code verplicht de wetenschapsbeoefenaar niet alleen tot naleving van zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, controleerbaarheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid, maar verplicht hem ook al het mogelijke te doen om de naleving ervan in zijn academische omgeving te bevorderen en te handhaven. Bij een veronderstelde schending van wetenschappelijke integriteit stelt de UvA altijd alle onderzoeksgegevens en/of onderzoeksdata ter beschikking voor controle, onder door het CvB vastgestelde vertrouwelijksheidscondities.
De European Code of Conduct for Research Integrity is voor de Europese onderzoeksgemeenschap het kader voor zelfregulatie. De Europese Commissie ziet de Code als een referentiedocument voor wetenschappelijke integriteit bij alle door de EU gefinancierde onderzoeksprojecten.